Fjorden

Het Fjordenpaard in Nederland (geschiedenis)

Het Fjordenpaard vindt zijn oorsprong in Noorwegen, waar het reeds sinds honderden jaren zuiver wordt gefokt in de bergketens, aan de westelijke kust.

Het Fjordenpaard ontleent zijn naam aan de diepe kust inhammen waar dit gebied uit bestaat (Fjorden).

In tegenstelling tot wat men in ons land meestal denkt, is het Fjordenpaard nooit een echt landbouwpaard geweest, om de simpele reden dat akkerbouw van enige omvang in dit woeste en onherbergzame land bijna onmogelijk is.

Het Fjordenpaard wordt gebruikt in de bosbouw om hout uit de moeilijk begaanbare bossen te slepen of als lastdier voor het transport van goederen en personen.

Om goede verbindingen in dit dunbevolkte Noorse land te hebben, had men vroeger een goed harddravend paard nodig, die met een licht rijtuigje grote afstanden kon overbruggen.

Nu dit gebruiksdoel grotendeels is weggevallen wordt het Fjordenpaard in Noorwegen veel gebruikt voor de populaire draverijen. Voor normale sulky’s gespannen zijn de Fjordenpaarden tot veel in staat. De snelste kilometertijd van een Fjord is 2.12, slechts één minuut langzamer dan het wereldrecord voor harddravers.

Het Nederlandse Stamboek stelt zich ten doel uitsluitend paarden te fokken die functioneel zijn. Men heeft niets aan paarden die alleen maar mooi ogen.

Men zegt wel eens, dat een goed paard het best reclame voor zichzelf maakt, beter dan een mens het zou kunnen. Dit geldt, mede dankzij zijn karakter en verrichtingen, zeker voor een ras als het fjordenpaard. Opvallend is de werkwilligheid, de ijver en trekvastheid van deze kleine paarden, welke in verhouding tot hun grootte en gewicht, ongelooflijk sterk zijn. Ook zijn ze zeer mak en intelligent. Lief zijn ze niet alleen om te zien, maar ook van karakter, terwijl ze bijzonder veel “slag van werken” hebben en een groot uithoudingsvermogen.

Het aparte uiterlijk van de Fjord wordt nog versterk door de karakteristieke manier van toiletteren. Doordat de structuur van de manen vrij stug is, blijven deze rechtop staan indien ze in een boog geknipt worden.

Na de laatste wereldoorlog bleek er een grote behoefte te bestaan aan een in onderhoud goedkoop klein paard voor onze kleinere landbouwbedrijven. De invoer van hitten stagneerde en ook deed het vaak minder prettige karakter van die hitten de kleine boer naar iets anders uitzien. Het beleren van jonge paarden en de afzet daarvan leverde vroeger wel een aardige bijverdienste op, doch door de stijgende welvaart raakte ook dat wat uit de mode en zocht men andere soorten van betaalde “ontspanning” in de vrije uren. Men zocht daarvoor een sober, mak en uiterst gewillig paardje, waarbij het oog viel op het NOORSE FJORDENPAARD, dat deze eigenschappen in zich heeft. Het Fjordenpaard is een der oudste paardenrassen in Europa en is al eeuwenlang zuiver gefokt in de bergstreken van Noorwegen.

In de dertiger jaren nam de verspreiding over Denemarken en andere landen van Europa een aanvang. Dit echte natuurras blinkt uit in soberheid, hardheid, wintervastheid en kracht en de vooral daarbij niet te verwaarlozen grote intelligentie.

Geen ras ter wereld lijkt het wilde Przewalskipaard zo na te staan als het Fjordenpaard.Het heeft een stokmaat rond 1.42m en de kleur is geelachtig, de zgn. isabel-kleur, hoewel andere kleuren ook voorkomen.

De fokkerij, waarbij waarschijnlijk veel inteelt werd toegepast gedurende vele honderden jaren, heeft van het fjordenpaard een ras gemaakt dat zeer uniform is en ook fokvast. Beengebreken komen zelden voor en mits goed verzorgd, kunnen ze gemakkelijk 20 jaar of ouder worden en boven de 30 jaar is ook geen zeldzaamheid. Zeer typische kenmerken zijn: de zebrastrepen rond de gewrichten, de donkere streep vanaf de maantop, door de manen en over de rug, lendenen en kruis tot in de staart, de zg.aalstreep, alsook de wat lichter gekleurde snuit, de zgn. meelsnuit.

In de herfst van 1954 werd als proef een 50-tal Fjordenpaard-merries vanuit Denemarken in Nederland ingevoerd om de geschiktheid ervan te kunnen testen. Deze proef slaagde in alle opzichten en overtrof zelfs verre de verwachtingen, zodat al spoedig de wens werd geuit om de fokkerij van dit ras ook in ons land te gaan uitoefenen (dezelfde gang van zaken had zich reeds eerder voorgedaan in o.a. Duitsland, Polen, Zweden, Israel, Canada, Australie en de Verenigde Staten van Amerika).